Ga naar de inhoud
Area54 » 1561 Ufo-veldslag Nürenberg

Een middeleeuwse ufo-oorlog boven Neurenberg in 1561

Het ufo-fenomeen is minstens even oud als de mensheid zelf. Je kan gerust stellen dat wij ze sinds het begin der tijden zien vliegen. Met de uitvinding van de boekdrukkunst, zijn ook sinds de 15deeeuw waarnemingen van vreemde dingen in de lucht boven Europa voor het nageslacht bewaard gebleven. Eén van de bekendste verslagen uit onze lange ufo-geschiedenis beschrijft lichtbollen die met elkaar vechten en een zwarte speer aan de hemel boven de Duitse stad Neurenberg in 1561.

De zogenaamde “Slag om Neurenberg” is een waarneming van hemelverschijnselen die op 14 april 1561 plaatsvond in de toenmalige Keizerlijke Vrijstaat van het Heilige Roomse Rijk. Vele ufologen die dit massa-evenement met een hedendaagse blik bestuderen, komen tot de interpretatie dat het om een oorlog tussen ufo’s gaat.


Lichtbollen, bloedrode kruisen en een zwarte speer aan de hemel

Deze middeleeuwse waarneming van indrukwekkende luchtfenomenen wordt beschreven in een krantenartikel dat in april 1561 werd gedrukt. Het verslag is geïllustreerd met een houtgravure en tekst, beide van kunstenaar Hans Glaser. Het document bevindt zich in de archieven van de Centrale Bibliotheek van Zürich.

De houtgravure en het verslag van de “Slag van Neurenberg” door Hans Glaser gepubliceerd in 1561

Wat gebeurde er precies op de ochtend van 14 april 1561, tussen 4 en 5 uur, in Neurenberg? Volgens het historische verslag zagen “vele mannen en vrouwen” rode halfronde bogen in de zon en lichtbollen er omheen, sommige op een rij en sommige alleen. Tussen de bollen waren er bloedrode kruisen, verbonden door bloedrode stroken met daarin nog meer bollen. De bollen begonnen plotseling “onderling heen en weer te vliegen en vochten hevig met elkaar gedurende meer dan een uur” voordat zij tenslotte “van de zon op de aarde vielen “alsof zij opbranden” met een enorme rookontwikkeling. Het laatste wat gezien werd was iets dat op “een zwarte speer die naar het westen wees” leek. De laatste zin van de beschrijving luidt: “Moge God ons zijn hulp schenken, Amen.”


Optische illusie, apocalyptische waarschuwing of ufo-veldslag?

Zoals steeds, lopen de opvattingen over deze ufo-waarneming sterk uiteen. In 1958 bracht psycholoog Carl Jung de luchtfenomenen boven Neurenberg voor het eerst onder de aandacht in zijn boek ‘Flying Saucers: A Modern Myth of Things Seen in the Skies’. Jung stelt dat het om een spectaculair natuurlijk verschijnsel gaat dat met een religieus en militair sausje is overgoten. Volgens hem beschrijven de middeleeuwers mogelijk een parhelium, een optisch fenomeen waarbij ‘bijzonnen’ aan de hemel kunnen verschijnen wanneer de zon door ijskristallen in de atmosfeer schijnt.

Een andere analyse vertrekt van de middeleeuwse religieuze context en de toenmalige strijd tussen Katholieken en Protestanten. In verslagen uit dezelfde periode en dezelfde regio, wordt onder meer gesproken van “ridders die in de hemelen vechten met vurige zwaarden”. Dit zijn verzonnen taferelen die de zondaars schrik moesten doen krijgen voor de Dag des Oordeels en het nakende einde der tijden. Christelijke propaganda dus.

De derde en meest gedragen interpretatie in de ufologie is echter dat men werkelijk getuige was van een veldslag tussen buitenaardse vaartuigen. Deze hypothese wordt onder meer door de betrouwbare onderzoeker John Keel verdedigd in het standaardwerk ‘UFO’S: Operation Trojan Horse’ dat hij in 1970 publiceerde.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door deze site te bezoeken, aanvaard je onze cookies en privacy voorwaarden.  Meer weten